Evaluatie Lijn
Evaluatie Lijn
Section titled “Evaluatie Lijn”Evaluatie Lijn stelt je in staat om verkeersdata te evalueren op lijnobjecten (routes). De evaluatie vergelijkt doorstroming tussen een analyseperiode en een referentieperiode en berekent KPI scores op basis van de geconfigureerde methode.
Interface overzicht
Section titled “Interface overzicht”De Evaluatie Lijn view bestaat uit:
- Configuratiepaneel: Selecteer periodes, tijdsloten en KPI methode
- Kaart: Toont lijnobjecten en KPI kleuren
- Grafieken: Doorstromingsanalyses en vergelijkingen
- KPI tabel: Overzicht van KPI scores per lijnobject
KPI methoden
Section titled “KPI methoden”Evaluatie Lijn ondersteunt twee KPI methoden:
Vaste streefwaarde (Absolute)
Section titled “Vaste streefwaarde (Absolute)”Bij deze methode wordt een vaste trajectsnelheid (km/u) opgegeven:
- Gemeten reistijden worden omgerekend naar trajectsnelheden
- Vergeleken met de geconfigureerde streefsnelheid
- Geen onderscheid naar tijdsvensters
- KPI limieten zijn vooraf vastgesteld
Streefwaarde t.o.v. referentieperiode (Relative)
Section titled “Streefwaarde t.o.v. referentieperiode (Relative)”Bij deze methode wordt de streefwaarde bepaald ten opzichte van de referentiereistijd:
- Streefwaarde uitgedrukt in minuten
- Vergeleken met gemeten reistijd per geconfigureerd tijdsvenster
- Twee rekenmethoden beschikbaar:
- Extra reistijd: Referentiereistijd ± aantal minuten (bijv. +5 of -5 minuten)
- Factor (percentage): Referentiereistijd × factor (bijv. 1.05 = +5%, 0.95 = -5%)
- Streefwaarden kunnen per lijnobject worden ingesteld
Periode selectie
Section titled “Periode selectie”Analyseperiode
Section titled “Analyseperiode”Selecteer de periode die je wilt analyseren:
- Kies uit geconfigureerde projectperiodes
- Of gebruik de knop om een aangepaste periode te configureren
Referentieperiode
Section titled “Referentieperiode”Selecteer de referentieperiode voor vergelijking:
- Vereist wanneer KPI methode “Relatief” is geselecteerd
- Kies uit geconfigureerde projectperiodes
- Of gebruik de knop om een aangepaste periode te configureren
Tijdslot selectie
Section titled “Tijdslot selectie”Selecteer het tijdslot dat je wilt evalueren:
- Kies uit maximaal 5 geconfigureerde tijdsloten
- Alleen relevant bij relatieve KPI methode
- Je kunt meerdere tijdsloten selecteren
Grafieken
Section titled “Grafieken”Doorstroming (24 uur)
Section titled “Doorstroming (24 uur)”Deze grafiek toont de doorstroming over 24 uur:
- Analyseperiode: Gemiddelde doorstroming per uur
- Referentieperiode: Gemiddelde doorstroming per uur (bij relatieve methode)
Vergelijken lijnobjecten
Section titled “Vergelijken lijnobjecten”Tabblad dat alle geselecteerde lijnobjecten vergelijkt:
- Toont doorstroming voor alle objecten in één grafiek
- Handig voor het identificeren van problematische routes
Doorstroming per tijdslot
Section titled “Doorstroming per tijdslot”Toont de doorstroming binnen het geselecteerde tijdslot:
- Gemiddeld over alle dagen in de analyseperiode
- Vergeleken met de referentieperiode (bij relatieve methode)
Doorstroming (tabs)
Section titled “Doorstroming (tabs)”Twee tabbladen met aanvullende analyses:
- Zelfde weekdag: Vergelijkt het tijdslot voor dezelfde weekdag
- Laatste 4 weken: Toont de laatste 4 weken van data voor het tijdslot
KPI tabel
Section titled “KPI tabel”De KPI tabel toont voor elk lijnobject:
- Objectnaam: Naam van het lijnobject
- KPI score: Berekende score op basis van de geselecteerde methode
- Kleurcodering:
- Rood: KPI onder de ondergrens
- Oranje: KPI tussen onder- en bovengrens
- Groen: KPI boven de bovengrens
KPI berekening
Section titled “KPI berekening”De KPI berekening verschilt per methode:
Vaste streefwaarde methode
Section titled “Vaste streefwaarde methode”Stap-voor-stap berekeningsproces:
-
Streefreistijd berekening:
- De geconfigureerde streefsnelheid (km/u) wordt omgerekend naar een streefreistijd (seconden)
- Formule:
Streefreistijd (s) = Lengte lijnobject (m) / (Streefsnelheid (km/u) / 3.6) - Voorbeeld: Lijnobject van 5000m met streefsnelheid 50 km/u
- Streefreistijd = 5000 / (50 / 3.6) = 5000 / 13.89 = 360 seconden (6 minuten)
-
Dagpatroon berekening:
- Voor de analyseperiode wordt per object een dagpatroon berekend
- Het dagpatroon bevat voor elk tijdinterval (bijvoorbeeld elke 5 minuten) de mediaan van de reistijden over alle dagen
- De aggregatieperiode bepaalt de grootte van de tijdintervallen
-
Vergelijking per interval:
- Voor elk tijdinterval binnen het geselecteerde tijdslot wordt de gemeten reistijd vergeleken met de streefreistijd
- Alleen metingen binnen het tijdslot worden meegenomen
-
KPI percentage berekening:
- Het KPI percentage is het percentage van de metingen waarbij de gemeten reistijd hoger is dan de streefreistijd
- Formule:
KPI = (Aantal metingen met reistijd > streefreistijd / Totaal aantal metingen) × 100
Voorbeeld:
- Lijnobject lengte: 5000 meter
- Streefsnelheid: 50 km/u
- Streefreistijd: 360 seconden (6 minuten)
- Tijdslot: 07:00 - 09:00
- Totaal aantal metingen binnen tijdslot: 100
- Aantal metingen met reistijd > 360s: 25
- KPI = (25 / 100) × 100 = 25%
Interpretatie:
- Lage KPI (0-20%): De meeste metingen voldoen aan de streefsnelheid (goed)
- Hoge KPI (80-100%): De meeste metingen voldoen niet aan de streefsnelheid (slecht)
Relatieve methode
Section titled “Relatieve methode”Stap-voor-stap berekeningsproces:
-
Referentie dagpatroon berekening:
- Voor de referentieperiode wordt per object een dagpatroon berekend
- Het dagpatroon bevat voor elk tijdinterval de mediaan van de reistijden over alle dagen in de referentieperiode
-
Streefwaarde berekening per interval:
- Voor elk tijdinterval binnen het geselecteerde tijdslot wordt een streefreistijd berekend op basis van de referentiereistijd
- De rekenmethode bepaalt hoe de streefwaarde wordt berekend:
Extra reistijd methode (add):
- Formule:
Streefreistijd = Referentiereistijd + (Geconfigureerde offset in minuten × 60) - Voorbeeld: Referentiereistijd = 300 seconden, Offset = +5 minuten
- Streefreistijd = 300 + (5 × 60) = 600 seconden
Factor methode (multiply):
- Formule:
Streefreistijd = Referentiereistijd × Geconfigureerde factor - Voorbeeld: Referentiereistijd = 300 seconden, Factor = 1.10
- Streefreistijd = 300 × 1.10 = 330 seconden
-
Analyse dagpatroon berekening:
- Voor de analyseperiode wordt op dezelfde manier een dagpatroon berekend met gemiddelde reistijden per tijdinterval
-
Vergelijking per interval:
- Voor elk tijdinterval binnen het geselecteerde tijdslot wordt de gemeten reistijd uit de analyseperiode vergeleken met de berekende streefreistijd
- Alleen metingen binnen het tijdslot worden meegenomen
-
KPI percentage berekening:
- Het KPI percentage is het percentage van de metingen waarbij de gemeten reistijd hoger is dan de streefreistijd
- Formule:
KPI = (Aantal metingen met reistijd > streefreistijd / Totaal aantal metingen) × 100
-
Optionele afwijking multiplier (indien ingeschakeld):
- Als de afwijking multiplier is ingeschakeld, wordt het KPI percentage aangepast met een relatieve afwijking
- Formule:
Relatieve afwijking = 1 - (Streefreistijd / Slechtste gemeten reistijd boven streefwaarde) - Aangepast KPI:
KPI = KPI × Relatieve afwijking - Dit geeft een strengere beoordeling wanneer de afwijkingen groot zijn
Voorbeeld (Extra reistijd methode):
- Referentieperiode: 1-7 januari 2023
- Analyseperiode: 1-7 januari 2024
- Tijdslot: 07:00 - 09:00
- Geconfigureerde offset: +5 minuten (+300 seconden)
- Referentiereistijd (gemiddeld 07:00-09:00): 300 seconden (5 minuten)
- Streefreistijd = 300 + 300 = 600 seconden (10 minuten)
- Totaal aantal metingen binnen tijdslot: 100
- Aantal metingen met reistijd > 600s: 30
- KPI = (30 / 100) × 100 = 30%
Voorbeeld (Factor methode):
- Referentiereistijd (gemiddeld 07:00-09:00): 300 seconden
- Geconfigureerde factor: 1.10 (10% langzamer toegestaan)
- Streefreistijd = 300 × 1.10 = 330 seconden
- Totaal aantal metingen binnen tijdslot: 100
- Aantal metingen met reistijd > 330s: 15
- KPI = (15 / 100) × 100 = 15%
Interpretatie:
- Lage KPI (0-25%): De meeste metingen voldoen aan de streefwaarde ten opzichte van referentie (goed)
- Hoge KPI (75-100%): De meeste metingen voldoen niet aan de streefwaarde (slecht)
Invloed van tijdsloten:
- Bij de relatieve methode worden streefwaarden per tijdslot berekend
- Dit betekent dat verschillende tijdsloten verschillende streefwaarden kunnen hebben
- De KPI wordt altijd berekend voor het geselecteerde tijdslot
Kaart weergave
Section titled “Kaart weergave”De kaart toont:
- Lijnobjecten: Routes die worden geëvalueerd
- Kleurcodering: KPI scores visueel weergegeven
- Selectie: Klik op een object om details te bekijken
Aangepaste periode configureren
Section titled “Aangepaste periode configureren”Je kunt een aangepaste analyse- of referentieperiode instellen:
- Klik op de kalenderknop naast de periode selectie
- Kies start- en einddatum
- Selecteer welke weekdagen moeten worden meegenomen
- Sla de aangepaste periode op
Evaluatie uitvoeren
Section titled “Evaluatie uitvoeren”- Controleer de KPI methode (weergegeven onderaan het scherm)
- Selecteer de analyseperiode
- Selecteer de referentieperiode (bij relatieve methode)
- Kies het gewenste tijdslot (bij relatieve methode)
- De evaluatie wordt automatisch uitgevoerd
- Bekijk de resultaten in de grafieken en KPI tabel
- Gebruik de kaart om specifieke routes te onderzoeken
Resultaten interpreteren
Section titled “Resultaten interpreteren”Vaste streefwaarde methode
Section titled “Vaste streefwaarde methode”- Groene KPI scores: Gemeten snelheid is gelijk of hoger dan streefsnelheid
- Oranje/Rode KPI scores: Gemeten snelheid is lager dan streefsnelheid
Relatieve methode
Section titled “Relatieve methode”- Groene KPI scores: Reistijd is gelijk of beter dan streefwaarde
- Oranje KPI scores: Reistijd ligt tussen de grenzen
- Rode KPI scores: Reistijd is slechter dan streefwaarde
Vergelijk verschillende tijdsloten en gebruik de vergelijkingsgrafiek om problematische routes te identificeren.